Zoeken in deze blog

donderdag 23 december 2010

Sociale stad, maar niet voor kamerhuurders

n de raad van 15 december 2010 werd naast het Forum ook nog gesproken over een aantal andere zaken, onder meer werd de nieuwe tarievennota vastgesteld. Student en Stad had op het punt van afvalstoffenheffing een tweetal moties.

De eerste motie ging over het verschil in differentiatie in de aanslag afvalstoffenheffing. Op moment zit er niet veel verschil in de aanslag voor een 2-persoonshuishouden of 15-persoonshuishouden, hoewel het college de vervuiler wilde gaan laten betalen. Een gevalletje van symboolpolitiek, de motie werd door vele partijen medeondertekend en met een grote meerderheid van stemmen aangenomen. Het college zal met een voorstel moeten komen hoe de gedachte 'de vervuiler betaalt' beter tot uiting komt. Collega-raadslid Benni Leemhuis heeft hier een mooie weblog over geschreven.

De andere motie betrof de kwijtschelding bij kamerbewoning. In de commissievergadering hadden wij ons al verbaasd uitgelaten over de wetswijziging dat per 1 januari 2012 de aanslag van de afvalstoffenheffing niet langer bij de kamerbewoners terecht komt, maar bij de verhuurder. De verhuurder zal de aanslag doorbereken in de huur en door de wetswijziging heeft een kamerbewoner geen recht meer op kwijtschelding. Deels is het een begrijpelijke wetswijziging, je zit - als jij degene bent die de aanslag ontvangt - niet meer met het probleem dat jij moet betalen en dan maar je best moet doen om het te verhalen bij de rest van je huisgenoten. Maar wat ik onbegrijpelijk vind is dat deze groep mensen, die het ook niet altijd breed hebben, niet meer in aanmerking komen om aanspraak te maken op gedeeltelijke kwijtschelding van deze aanslag terwijl ze in principe voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden.

De wet kunnen wij niet veranderen. Ons kwijtscheldingssysteem wel. Het college kwam zelfs in de tarievennota met een voorstel tot verruiming van de kwijtscheldingsregels. Wij zijn geen voorstander van volledige kwijtschelding, want om dit mogelijk te maken wordt er veel geld onttrokken uit de reserves. Op een gegeven moment zouden deze toch weer aangevuld moeten worden. En wie gaat dat betalen? Voor kamerbewoners komt er niet een regeling waarin zij (gedeeltelijk) in hun woonlasten gecompenseerd kunnen worden. Toch een bijzondere keuze van een 'sociaal' college. Een paar dagen voordat de raadsvergadering zou plaatsvinden kreeg ik een telefoontje uit Delft. In Delft bestaat er namelijk een regeling Tegemoetkoming Woonlasten Kamerhuurders. Deze regeling zorgt ervoor dat - mits er voldaan wordt aan een aantal voorwaarden - kamerhuurders gecompenseerd kunnen worden in hun woonlasten. Een regeling waarvan ik van het college van zo een sociale stad zou verwachten dat ze er een groot voorstander van zou zijn.

Daarom heb ik tijdens de vergadering niet direct in mijn eerste termijn de motie ingediend. Ik had graag van het college gehoord: 'interessant, wij waren hier niet bekend mee, maar gaan bekijken of een dergelijke regeling ook in Groningen kan worden ingevoerd'. Met dit antwoord was het niet nodig geweest om de motie in te dienen. Maar dit antwoord kregen we niet, 'omdat de kosten niet te overzien zouden zijn'. Dat snap ik, maar daar kan je dan toch ook onderzoek naar doen? Op dit moment is het namelijk zo dat iedere persoon die een aanslag krijgt, een verzoek tot kwijtschelding mag indienen. Ook een kamerhuurder. Zolang iemand aan alle voorwaarden voldoet, dan maakt het niet uit wat je woonsituatie is. De kosten kunnen dus niet veel hoger worden dan wat de kwijtscheldingsregeling nu kost. De motie is in stemming gebracht en wat schetste mijn grote verbazing? Alleen de Christenunie, Partij voor de Dieren, Stadspartij en wij waren voor. De rest was tegen, stemverklaringen kwamen er op neer dat het een goed initiatief was maar dat het dictum (het onderdeel van de motie waarin je het verzoek formuleert) te dwingend was.

Het dictum van de motie was: 'verzoekt het college met een voorstel te komen betreffende de instelling van een regeling Tegemoetkoming Woonlasten Kamerhuuders en ter besluitvorming voor te leggen aan de raad'. Hierin wordt aangegeven dat het college er dus naar moet gaan kijken en dat we pas later als raad gaan beslissen of we het gaan invoeren. Als het dictum was geweest: "verzoekt het college te onderzoeken of een regeling Tegemoetkoming Woonlasten Kamerhuurder ingesteld kan worden en de raad daar over te informeren", vraag ik me af of er meer voorstanders zouden zijn geweest. Beiden komen er op neer dat er gekeken moet worden wat voor regeling er getroffen zou kunnen worden om ook kamerhuurders te ondersteunen bij hun woonlasten. Het lijkt er bijna op dat het college en de coalitiepartijen enorm bang zijn om op financieel gebied iets te betekenen voor kamerhuurders (dit zullen inderdaad met name studenten zijn, lijkt verdacht veel op de discussie die we hebben gehad rondom de 50 euro voor minima maar niet voor studenten).

Ik hoop dat de kerstgedachte bij het college intrede zal doen en zij zelfstandig met een voorstel zal komen omtrent het instellen van een dergelijke regeling. Zodat ook kamerhuurders kunnen zeggen dat zij in de sociaalste stad van Nederland wonen.

dinsdag 14 december 2010

Geen 35 miljoen, wat zijn de gevolgen voor de Stad?

Vandaag, 14 december 2010, maakte Gedeputeerde Staten bekend dat zij het voorstel omtrent financiering van het Grote Markt - Forum project niet in stemming zullen brengen bij Provinciale Staten. Een opmerkelijke en verrassende beslissing, vooral gezien de positieve geluiden vanuit GS de afgelopen maanden. Is men in de provincie nu al bezweken aan de verkiezingskoorts? Over de invulling van het Forum worden dagelijks door mensen discussies gevoerd, de een vindt het geweldig, de ander een ramp. Waar bijna iedereen het over eens is, is dat de begroting sluitend moet zijn voordat het project kan starten. Nu het lijkt dat de 35 miljoen euro waar op gerekend was niet toegekend gaat worden, dat zou betekenen dat er een gat in de begroting is en dat dit gat gedicht moet worden voordat we het echte gat kunnen gaan graven.

Bekend is ook dat afspraken die met GS gemaakt worden, nog langs PS moeten voor de definitieve instemming. Om toch afspraken met elkaar te kunnen maken, zijn er voorwaarden ontwikkeld zodat duidelijk is wat er nodig is om een aanvraag goed te laten keuren. Zo werken de colleges van GS en B&W al jaren samen aan de ontwikkeling van (onder meer) de stad. Ook ten aanzien van de subsidieaanvraag voor dit project is voldaan aan de voorwaarden die gesteld worden voor de verlening van de subsidie. Vandaar dat het besluit dat GS vandaag heeft genomen op zijn minst opmerkelijk is te noemen, ik ben dan ook zeer benieuwd naar de formele brief die wij van GS zullen ontvangen. Deze beslissing roept veel vragen op: wat zijn de gevolgen voor de andere afspraken die de Stad heeft met de provincie, wat zijn de gevolgen voor de Stad, hoe zit het met de kosten die wij al gemaakt hebben, wat zijn de gevolgen voor de verschillende investeerders en betrokken partijen, etc.

Ik vraag me ook af hoe de discussies binnen de verschillende fracties gegaan zijn. Dat niet iedereen een groot voorstander van het project Forum was, dat wisten we. Ook wij zijn niet altijd een voorstander geweest van het project Forum, maar zijn wij wel een groot voorvechter geweest van de ontwikkeling van de Grote Markt. Dat investeerders niet stonden te springen omdat er geen kip kwam, is een gegeven feit. Dan moet je als overheid dus zorgen dat er mensen naar het gebied komen en investeerders de zekerheid geven dat wat zij ontwikkelen niet voor niets is. Het Forum is een vooruitstrevend idee, maar voldoende om 190 miljoen aan investeringen los te trekken. In onze ogen ontbrak er nog steeds een deel commerciële invulling binnen het Forum om het een geheel geslaagd succes te laten worden en zal er nog wel wat moeten veranderen. Maar goed, dit standpunt was al bekend.

De laatste tijd hebben onderbuikgevoelens nogal de overhand gehad binnen de discussies omtrent het Forum. Dan doel ik niet direct op de discussies omtrent de invulling van het Forum, maar vooral op de discussies of we in tijden van recessie wel zulke uitgaven zouden moeten doen. An sich een terechte vraag, maar als politus heb je ook de taak om verder te kijken dan het heden. Toekomstvisie heet dat. Het is nogal populistisch, kortzichtig en makkelijk om te zeggen dat in tijden van recessie elke grote uitgave een verkeerde beslissing is. Je zou ook kunnen zeggen dat als je het geld hebt en de investering in de toekomst geld oplevert, je het aan de maatschappij verplicht bent om deze uitgaven te doen. De uitspraak 'wij hebben het gevoel dat het draagvlak in de stad er niet meer is', is alles behalve steekhoudend als je kijkt naar de uitkomst van de raadsverkiezingen in maart. De partijen die voor het forum waren hebben nog steeds een meerderheid weten te behouden. Wat de staten wel terecht ter discussie stellen is het belang van de investering in de stad versus investeringen in de provincie. De gelden waar wij vandaag over spreken betreffen gelden die ter compensatie zijn voor het feit dat de Zuiderzeelijn niet is aangelegd, dus zou de provincie ook moeten kijken naar wat de gevolgen zouden zijn geweest voor de stad en het ommeland als deze er wel zou zijn gekomen en op basis daarvan tot een goede subsidieverdeling moeten komen. Maar dat bekt natuurlijk niet makkelijk en misschien is de uitkomst voor het ommeland of juist voor de stad niet gunstig, who knows.

Concluderend kan ik zeggen, dat ik verbaasd ben over de handelingen van zowel GS als PS. Toekomstvisie lijkt te ontbreken en het is duidelijk (en jammer) dat de verkiezingsstrijd in de staten al los gebarsten is en dat hierdoor de verhoudingen tussen de stad en provincie op de tocht komen te staan.

maandag 29 november 2010

De Randstad, that is where the magic happens.. Of toch niet?

De Randstad, that is where the magic happens.. Of toch niet?

Vandaag en dit weekend werd het mij nog meer duidelijk dat wij als gemeente soms teveel naar onszelf kijken en ons te weinig laten horen in de landelijke politiek. Nu kan je zeggen, wij zijn gekozen om voor Groningen te 'zorgen' en daar houden we ons mee bezig, maar als je echt voor Groningen wilt zorgen moeten we onze pijlen meer en meer op Den Haag gaan richten, want 'that is where the magic happens'. Of niet?

Mijn eerste reactie zou zijn, 'nee, natuurlijk niet!'. Want er gaat: 'Niets boven Groningen' en 'Groningen, a city that never sleeps'. Ook als je kijkt naar de talenten die Groningen rijk is, en dan heb ik het niet alleen over kennis, en als je weet dat de gemiddelde leeftijd in Groningen 36,4 jaar is, dan moet je wel concluderen dat Groningen speciaal is. Maar dat weet iedereen toch ook? Nee, dat denk ik niet. Ik denk dat zelfs niet alle 190.000 Stadjers beseffen in wat voor mooie geweldige, mooie en bijzondere stad men woont. Als zij het al niet beseffen, hoe moet de politiek in Den Haag dit dan weten?

Kijk, dat alle Stadjers - we blijven nuchtere Groningers - het misschien niet van de daken afschreeuwen (okee met uitzondering van de schreeuw om cultuur), zouden wij als stadsbestuur dit wel moeten doen. De raad en het college zouden zich meer moeten manifesteren in politiek Den Haag. Ik denk dat de tijd rijk is voor een wethouder landelijke lobby of een wethouder met deze portefeuille te belasten. Wellicht dat zelfs Rehwinkel het aan zijn portefeuille kan toevoegen, te vernemen aan zijn tweets is hij toch al vaak aan die kant van het land te vinden.

De reden dat ik van mening ben dat we te weinig aan een Haagse lobby doen is tweeledig: tijdens een conferentie voor de 100 jongste raadsleden uit den lande (georganiseerd door de raden van leefomgeving en infrastructuur; adviserende raden voor het ministerie van VROM) en tijdens de begrotingsbehandeling vorige week (en dan met name onzekerheid over de bezuinigingen die onze kant opkomen) blijkt dat Groningen vaak over een kam gescheerd wordt als steden vanuit de Randstad en dat een regio toegespitste aanpak van het rijk ver te zoeken is. Waar een kilometerheffing voor de Randstad heel goed kan werken als ontmoedigingsmiddel, is het voor een stad als Groningen desastreus en vooral voor mensen die hier wonen en elders in den lande werken en omdat het Noorden geen snelle treinverbinding heeft met het westen is er geen goed alternatief voor de auto. Op het gebied van wonen is het zo dat hier in Groningen er een goed contact en er een goede samenwerking is tussen de verschillende corporaties en de gemeente en dat deze samenwerking inderdaad in andere steden niet zo goed is, evident is dat wij als Groningen onze doelstellingen van goede wijken & woningen moeten gaan bijstellen wanneer budgetten dit het gebied gaan verdwijnen (ik denk dan aan de ISV- (investeringsbudget stedelijke vernieuwing) en GSB- (groot stedenbeleid) gelden). En wat te denken aan het Noord Nederlands Orkest; keer op keer volle zalen, bedient de hele noordelijk regio en heeft zich al samengevoegd als bezuinigingsmaatregel. Ik snap dat je zegt daar in het westen, daar zijn ik weet niet hoeveel van die orkesten, laten we gaan bezuinigen en de hoeveelheid orkesten verminderen, maar zo makkelijk ons NNO over een kam scheren lijkt mij ongepast. Wat te denken van de plannen van het kabinet ten aanzien van het onderwijs. Wat doen dergelijke maatregelen met ons land als 'kennisland' en wat doet het met de ambitie van onze stad, namelijk het zijn van een 'city of talent'. Zou het kabinet juist deze ambitie niet moeten overnemen en het moeten omvormen tot een 'nation of talent’?

Zo zijn er nog vele vele voorbeelden te bedenken waarbij het kabinet vergeet te kijken naar de verschillen in de regio en de effecten van landelijke maatregelen. Het is tijd voor differentiatie in het landelijke beleid. Groningen is geen Randstad en Groningen is ook geen rand-stad, wij zijn anders en zo willen wij ook behandeld worden. Zolang het kabinet niet buiten zijn eigen grenzen durft te kijken en ook de beleidsmakers en adviseurs allemaal vanuit het westen komen, moeten wij meer van ons laten horen. Het beste zou zijn een gezamenlijke roep vanuit de drie noordelijke provincies, maar totdat we dat goed kunnen (en over onze verschillen heen kunnen stappen) is het tijd om te gaan lobbyen. Vanuit Den Haag naar Groningen is het net zover als van Groningen naar Den Haag. Haagse politici, ik sta klaar op het station om u de hand te schudden en u rond te leiden door de mooiste stad van het Noorden. College staat u naast mij om hen te verwelkomen? Tot de tijd daar is dat de landelijk politici naar ons toekomen, moeten wij naar hen toegaan met de boodschap: 'Wij willen u graag laten weten dat er niets boven Groningen gaat en dat u niet om ons heen kunt’.

maandag 1 november 2010

Vergunningenbeleid evenementen: ‘Feesten in Onbalans?’

Groningen wil bekend staan als evenementenstad, maar of dat lukt met het nieuwe voorgestelde evenementenbeleid? Is de balans die voorgesteld wordt door het college wel aanwezig in dit beleid? Of slaat de balans naar de verkeerde kant door? Vervroeging eindtijden, verlenging aanvraagprocedures, verlaging hoeveelheid evenementen, etc. Het nieuwe beleid moet ervoor zorgen dat er een balans komt tussen de evenementen en het woongenot van (binnenstad-) bewoners. Gebeurd dit door dit beleid of zou het ook op een andere manier kunnen? Student en Stad denkt het laatste. In deze weblog een vooruitblik op de behandeling van het evenementenbeleid in de commissie beheer en verkeer van 10 november 2010.

Voor mensen die niet het hele stuk willen doorspitten heb ik in het kort opgesomd wat een aantal voor- en nadelen zijn van het nieuwe beleid, de meeste van deze punten worden verder uitgewerkt in het stuk.

Nadeel:
- Lange vergunningsaanvraagperiode grote evenementen
- Eindtijden doordeweeks wel erg vroeg
- Beperking aantal geluidsdagen in de hele stad
- Er zoude meer groter jaarlijkse terugkerende evenementen een uitzonderingspositie moeten krijgen; Koninginnenacht, Kei-week, Noorderzon, etc.
- Beperkte hardheidsclausule, dus weinig afwijkingsmogelijkheid burgemeester
- Statiegeld plastic

Voordeel:
- Verbetering communicatie: Jaarkalender, bekendheid evenement en klachtenprocedure
- Tegengaan freeriden
- Geluidsnormen overdag
- Geen besloten feesten in openbare ruimten

Belang van evenementen
De laatste jaren wordt het hart van onze stad meer en meer ‘belast’ doordat er meer evenementen zijn gaan plaatsvinden. Is dit erg? Nee, juist niet. Evenementen zijn goed voor je stad, het brengt mensen naar je stad, levert economische omzet en zorgt voor levendigheid. We moeten vooral niet vergeten dat de komende jaren evenementen (op allerlei bedenkbare manieren en vormen) enorm belangrijk gaan worden wanneer ons stadshart openligt. Natuurlijk heeft elk voordeel zijn nadeel en dat is dat het door de evenementen ook drukker is geworden in de binnenstad. Aanpassing van het beleid werden noodzakelijk geacht.

‘Druk’ of ‘druk’
De noodzaak van deze aanpassingen worden deels gebaseerd op de thermometer binnenstad en het feit dat er meer mensen negatief zouden staan tegenover evenementen. De aannames die gedaan zijn, zeggen dat dit komt doordat de hoeveelheid evenementen groeit en de evenementen lang(er) duren. De hoeveelheid klachten die gedaan zijn, vallen in het niet in vergelijking met de hoeveelheid mensen die een evenement bezoeken en een evenement als geslaagd ervaren (en dit lees je nooit ergens terug). Natuurlijk zou het beste zijn wanneer er niemand last zou hebben van een evenement, maar dit streven is onhaalbaar. Het meest opmerkelijke is dat de meeste klachten komen door incidentele dance-events en meestal ook doordat men er door verrast werd. Zouden we dan hier juist mee aan de slag moeten? Zoals het gezegde zegt, bekend maakt bemind, moeten we zorgen dat het voor mensen duidelijk is wanneer welk evenement waar is. Dus: een goed promotiebeleid en bekendheid van de evenementen. Dus niet zoals nu een pdf-je ergens op een pagina, maar gebruik van je citymarketing pagina, etc. Daarnaast: zal het opzetten van een jaarkalender om zo te sturen in de planning van evenementen (en dus spreiding ervan) ook bijdragen aan wat meer rust.

Vergunningsaanvraag
In de inleiding van het beleid staat dat het doel van dit nieuwe beleid is dat het proces verduidelijkt en vergemakkelijkt wordt. Bij de uitwerking van dit beleid is men dit streven uit het oog verloren. Alle veiligheidseisen omtrent een evenement, daar mag niet op versoepelt worden en dat gebeurd gelukkig ook niet, maar de stelling dat 14 weken van te voren je aanvraag indienen moet bijdragen aan het verbeteren van de veiligheid, dat slaat natuurlijk als een koe op een varken. Hoe verder men verwijderd is van een evenement, des te meer nog onzeker is; des te meer er later nog veranderingen moet worden aangebracht; dus te meer werk voor aanvrager en controleur er zal zijn. Dus: vasthouden aan oorspronkelijke termijn van 12 weken voor grote evenementen.

Frequentie, eindtijden en uitzonderingen
De hoeveelheid te houden grotere evenementen wordt verminderd. Dit is raar, niet alleen omdat het belang van evenementen voor je stad evident is, maar ook omdat het streven van het college is om evenementen in te zetten voor tijdens de bouwwerkzaamheden in de stad. Dus geen vermindering van de hoeveelheid evenementen, maar behoudt of zelfs uitbreiding.

Ook de aanpassing van de geluidsnormen buiten de diepenring heeft een keerzijde, bepaalde evenementen zullen niet meer kunnen plaatsvinden zoals dance-events. Nu produceren dance-events veel beats en kan men dit als vervelend ervaren, maar ook hier zou het college kunnen sturen in de planning, spreiding over de stad, enz. Als het college in beginselen deze events niet meer geschikt acht voor Groningen, dan moet zij dit durven uit spreken, in plaats van het te verpakken in allerlei regeltjes.

Groningen is een gezellige stad waar de uitspraak ‘gezelligheid kent geen tijd’ nog terug te vinden is in het feit dat wij geen sluitingstijden voor de horeca hanteren. Dat onderscheidt ons van andere steden en maakt ons bijzonder. En dat doen de evenementen die wij hebben ook. De eindtijden die we nu hanteren leveren geen substantiële problemen op, er gaat de komende jaren geëxperimenteerd worden met geluidsnormen, waarom moet men dan ook gaan tornen aan de eindtijden. Dus: laten we eerst eens kijken hoe dergelijke regels en aanpassingen uitpakken voordat we ook direct gaan morren aan de eindtijden.

De uitzonderingen. Er zijn 10 collectieve festiviteitdagen beschikbaar per jaar waarop een uitzondering van de eindtijden gemaakt kan worden. Wat de criteria zijn voor deze dagen is niet duidelijk. Voor een aantal evenementenorganisaties betekent dit jaarlijkse spanning of hun evenement in aanmerking kan komen voor een uitzonderingspositie. Daarnaast wordt er een algemene uitzondering gemaakt voor de eindtijden door de week voor Noorderzon. Dit is voor Noorderzon prachtig nieuws natuurlijk, maar in het kader van gelijkheid niet echt netjes. Want waarom wordt een evenement dat jaarlijks terugkeert – de KEI-week - en een welkom is voor vele nieuwe Stadjer, niet erkend als een uitzondering.

De burgemeester krijgt in een aantal gevallen de mogelijkheid om uitzonderingen te verlenen (hardheidsclausule); ook deze mogelijkheid wordt door het nieuwe beleid veel meer beperkt dan voorheen. Als we deze nota zouden moeten toepassen op voorgaande jaren, dan zou het betekenen dat evenementen als het Glazen Huis, lustra’s van Vindicat en Dizkartes (deze werden gehouden in de oude hal van Frans Maas, maar hier waren in principe niet genoeg geluidsdagen beschikbaar) in beginsel geen vergunning zouden krijgen. Dus: Gelijke uitzonderingsposities voor evenementen als: Noorderzon, Keiweek, Koninginnenacht. En daarnaast: ruimere bevoegdheid burgemeester om binnen de jaarkalender uitzonderingen te maken

Duurzaamheid
Een duurzaamheidparagraaf in de vergunningsaanvraag is een goede zaak, vooral omdat Groningen duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. Op dat punt zijn wij het dan ook niet oneens met het college. Waar wij het wel mee oneens zijn is het idee van statiegeld op plastic bekers. Hier zijn de ideeën van het college vervreemd van de werkelijkheid, de mogelijkheden die geschetst worden, werken op papier prima, maar degenen die wel eens een evenement bezoeken zullen zien dat het niet werkt. Student en Stad zou liever zien dat er voorwaarden worden gesteld aan het soort plastic (tenminste gerecycled) of aan de opruiming en verwerking van de plastic bekers achteraf.

Pluspunten
Het is niet allemaal verkeerd wat er in het nieuwe beleid beschreven staat. Onder andere het instellen van een jaarkalender – iets waar wij in ons initiatiefvoorstel voor gepleit hebben – is een groot voordeel waarmee goed gestuurd kan worden. Een goede balans tussen (grootschalige) jaarlijks terugkerende evenementen en (kleinere) incidentele evenementen, moeten voor een goede spreiding en een goed overzicht zorgen. Ook wordt een ander zorgpunt, namelijk het freeriden tegengegaan met dit beleid.

Concluderend
De balans slaat naar de verkeerde kant door. Het evenwicht tussen evenementen en de belasting van bewoners is zoekgeraakt. Natuurlijk is het jammer dat mensen door evenementen overlast ervaren, maar dit staat niet in verhouding met de maatregelen die worden voorgesteld ten opzichte van de ervaring van een evenement. Er zijn nog andere mogelijkheden om klachten te voorkomen; bekendmaking en promotie, maar ook experimenten met geluidsvolumes etc. Ook van verduidelijken en vergemakkelijken met name voor de aanvragen is niet echt sprake, door de veelheid en diversiteit aan regels, wordt het beleid er niet beter op. We moeten ons echt de vraag durven te stellen wat nu de ambitie van Groningen is? We zijn een echte evenementenstad, zoals Rehwinkel ooit gezegd heeft, maar als we dat ook willen blijven, dan moeten we wat minder gaan betuttelen en zoeken naar andere oplossingen, die soms inderdaad wel wat meer energie en moeite kosten.

dinsdag 19 oktober 2010

Sportwethouder Frank de Vries geeft invulling aan motie van Student en Stad

Op maandag 18 oktober 2010 viel te lezen in het Dagblad van het Noorden dat de wethouder City of Talent wil linken aan de sport. Daarmee geeft hij uitvoering aan de wens en een deel van de motie die Student in september 2009 heeft ingediend.

Student en Stad heeft sport en ook de topsport hoog in het vaandel. Regelmatig sporten is goed voor de mens en topsport kan daar een belangrijke rol in spelen. Kinderen (en ook heel wat volwassenen) kijken vaak op tegen topsporters en zij kunnen op deze manier kinderen enthousiast maken om meer te gaan bewegen. Topsport zorgt er ook voor dat een er aandacht voor die sport komt en dit heeft een gunstig effect voor de amateursportverenigingen.

Wat veel mensen niet weten is dat Groningen veel topsporters in huis heeft en ook veel opleidingen die te maken hebben met sport of topsporters een speciaal programma bieden. Topsport past daarom perfect binnen de campagne City of Talent. Het is dan ook jammer dat het Centrum voor Topsport en Onderwijs zich niet in Groningen heeft gevestigd, toch kunnen wij takken van sport (bijv. het roeien) wel naar Groningen halen; de raad heeft de motie hierover ook aangenomen. Als het aan Student en Stad ligt gaan we nog een stapje verder en komt er ook een fonds ter ondersteuning van internationale ambities van topsporters en een breder programma waarin kinderen kunnen sporten met een topper.

Het had de wethouder gesierd om melding te maken van het feit dat hij uitvoering geeft aan onze motie en wensen, maar wellicht komt het ook dat zijn voorganger niet onverdeeld positief was over ons idee Topsport in de campagne City of Talent te brengen. Zo zie je maar weer dat een wisseling van portefeuille het verschil kan maken. Student en Stad is blij om te horen dat sport een prominentere plek in Groningen zal gaan krijgen. Want als we laten zien waar wij sterk in zijn en dit beter promoten, dan het zal bijdragen aan de positieve uitstraling van de stad en zetten we Groningen nog meer als een City of Talent op de kaart.

vrijdag 24 september 2010

Hectiek, maar zo kom je nog eens ergens…

Best vaak krijg ik de vragen; goh hoe ziet jouw week er nou uit, waar kom jij nou en wat doe je allemaal? Hierbij dan een overzichtje wat ik deze week heb gedaan en waar ik geweest ben. Wellicht dat dit een beetje aangeeft waar ik me nou allemaal mee bezig houdt en waarom ik er zo van geniet.

Maandag:
Dit weekend had ik er eens voor gekozen om er even tussenuit te gaan, dus heb ik lekker hardgelopen op het strand en lekker gegeten en veel gekletst. Vandaar dat ik pas laat weer in Groningen was. Direct doorgegaan naar kantoor, want als je als raadslid een dagje je mail niet opent, dan overstroomt je mailbox weer met allerlei mailtjes/mededelingen/brieven/uitnodigingen, dus er was weer werk aan de winkel. Daarnaast moest de fractievergadering ook voorbereid worden, om 20 uur zouden de andere (steun-)fractieleden weer aankloppen. Na een goede vergadering waar ondermeer teruggeblikt werd naar de commissievergadering van afgelopen week, de commissie cultuurverandering en de raad van volgende week werden besproken, was het tijd voor een ontspannend drankje in de Hooghoudt. Toch leuk om te zien dat het een beetje de 'after-fractievergadering-kroeg' van politiek Groningen aan het worden is. Dus als je eens een verdwaald raadslid aan de mouw wil trekken, dan moet je maandag rond 22.30 uur in de Hooghoudt zijn, grote kans dat je er een tegenkomt.

Dinsdag:
Op deze dag is de middag geblokt voor het overleg met Jos en Roelof (de fractieleden), hier worden de lopende zaken besproken, maar ook omdat zij sinds 1 september begonnen zijn is dit een perfect momentje voor de laatste inwerkzaken. Omdat er ook nog wat gestudeerd moet worden was het om 15 uur tijd om naar college te gaan. Na de colleges was er ook een constitutie van Clio, maar helaas kon ik daar niet bij zijn, al heb ik wel gehoord van mijn fractie dat een het een leuke borrel was met veel aanwezigen. Onverwacht bleek ik dinsdag vrij te zijn (foutje gemaakt met de agenda) en kon ik ook weer eens met mijn huisgenootjes bijkletsen, het is toch huisavond op dinsdag.

Woensdag:
Normaal staat woensdag altijd in het teken van raadscommissies of raadsvergaderingen, maar vandaag begon ik met een interview met een advocatenkantoor voor de Bedrijfsjuridiek (verenigingsblad voor de ondernemingsrechtelijke vereniging). Om vervolgens door te gaan naar het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) in Beijum, een leuk werkbezoek waar kort uiteengezet werd wat de kracht van het centrum is (bundeling van expertises, maar op een zeer laagdrempelige manier). Daarna was het tijd om door te gaan naar het presidium, het (bijna) wekelijkse overleg van de fractievoorzitters en de burgemeester. Tijdens het presidium worden allerlei zaken besproken, soms aangegeven door de raad, maar ook bijvoorbeeld de notulen van de vergadering van burgemeester en wethouders (redelijk een unicum in Nederland). Na de vergadering moest ik snel naar boven want een student journalistiek zat op me wachten voor het afnemen van een interview, altijd leuk wanneer je iemand met zijn/haar studie kan helpen. In de avond stond er een brainstorm ten aanzien van de cultuurverandering van de raad op de agenda, deze brainstorm was een voorbereiding op de daadwerkelijke vergadering in oktober. Onder meer werd er gediscussieerd over hoe de raad beter haar kaderstellende en controlerende taak kan uitvoeren, maar ook het college hierbij kan helpen en hoe het debat in de raad wat levendiger kan. Ondanks dat de vergadering laat op de avond klaar was, was het nog geen bedtijd voor me want er moest nog gestudeerd worden en gewerkt worden aan een artikel. Niet het meest ideale tijdstip, maar soms kan het niet anders.

Donderdag:
Een erg diverse en interessante dag! Ik ben begonnen in de Juridische Bieb om te werken aan het artikel voor de Bedrijfsjuridiek en ben op zoek geweest naar een leuk onderwerp voor een column dat te maken heeft met een opmerkelijk wetsvoorstel. Na een snel kopje thee met een vriendin (helaas moet ik die altijd ergens tussendoor plannen, sorry!) door naar een deel van het congres 'Spelen met participatie' georganiseerd vanwege het 80-jarige bestaan van de speeltuincentrale, erg leuk congres over het ontstaan en het belang van een speeltuin, maar ook de inzet van vrijwilligers. In plaats van naar college te gaan, ging ik op weg naar de expertmeeting over de biblioteekvisie, met allerlei gebruikers en beleidsmedewerkers mochten we 'dromen' over hoe de bieb er over 5 jaar uit zou moeten zien. Ingeborg Walinga, directeur van het CBK Groningen vertelde haar droom en gaf daar aan dat ze in de forum bieb ook ruimte ziet voor studenten. Ik ben het daar mee eens en vulde haar ook aan met mijn visie; de studiezaal in het Forum moet zich onderscheiden van die van de UB, een fijne stille plek waar je goede koffie/thee/sapjes kan halen en tegelijkertijd kan studeren en typen. Als deze ruimte aantrekkelijk is, dan wil je daar heen in plaats van naar de UB en zo krijg je ook weer extra studenten het Forum in. Na snel een hapje gegeten te hebben ging ik op weg naar het Platform Huisvesting Student en Stadjer, waar we met vertegenwoordigers van buurtverenigingen, studentenverenigingen en andere raadsleden over huisvesting hebben gepraat, collega-raadslid Paul de Rook heeft een mooie weblog geschreven waarin hij een goede weergave geeft van de besproken onderwerpen. Het blijkt dat er niet een kant en klare oplossing is (helaas) en dat er nog veel vragen zijn.

Vrijdag:
Laatste dag van de werkweek! Officieel een studiedag, maar dit hele collegejaar nog niet een keer gebruikt als studiedag, maar vaak als extra dag voor afhandeling van allerlei zaken. Mailtjes, actiepunten die uit alle bijeenkomsten van die week naar voren zijn gekomen, enz. Maar vandaag ook nog op het programma: een leegstandsdebat, waar ik zo naar toe zal gaan. Helaas zal ik niet het afscheid van het initiatief 'FF buurten' en de opening van het ForumImages zijn, omdat ik weg zal zijn naar Ameland om de andere leden van studievereniging beter te leren kennen.

Raadslid ben je eigenlijk altijd, vaak ook in het weekend (afhankelijk van de uitnodigingen en activiteiten). Deze week was het aan de ene kant rustig, want het had een goede balans tussen enerzijds het raadswerk en anderzijds mijn studie.
Maar dit alles maakt het ook zo leuk, je komt overal, leert elke dag weer nieuwe dingen en bent in gesprek met de stad. Een leuke opmerking die ik hoorde deze week wil ik jullie niet onthouden: 'ik maak het liefst afspraken met mensen die het druk hebben, want die hebben altijd wel een uurtje'. Dus let me know wanneer je een keer zin hebt in een kop koffie!

Rebecca

vrijdag 27 augustus 2010

Welkom nieuwe Stadjers!

De Keiweek is voorbij, ruim 4300 nieuwe studenten maakten afgelopen week kennis met Groningen. Een week lang konden zij op allerlei evenementen proeven hoe het is om student te zijn en werden zij bewust gemaakt van allerlei zaken waar je als student mee te maken kunt krijgen; studie, drugs, alcohol, diefstal en nabuurschap. Opvallend aan deze Keiweek was dat er nagenoeg geen overlastklachten zijn binnengekomen en dat naast de organisatie ook brandweer, politie en de gemeente erg tevreden zijn over het verloop van deze introductieweek voor de nieuwe inwoners van onze stad.

Maar toch is niet iedereen blij met studenten, bijvoorbeeld de heer Eikenaar, fractievoorzitter van de Socialistische Partij, verteld ons in zijn weblog (18 augustus 2010) dat we maar eens moeten praten over een studentenstop. Hij voert hier een tweetal gronden voor aan; disbalans in de wijken en de arbeidsmarkt. Nadat ik weer was bijgekomen van de keiweek heb ik twee artikelen in de krant (Dagblad van het Noorden) naast elkaar gelegd. Namelijk het achtergrondartikel van de heer Jouke van Dijk, econoom bij de Rijksuniversiteit Groningen (DvhN 14 augustus 2010) en een artikel over de weblog van de heer Eelco Eikenaar (DvhN 21 augustus 2010). Terwijl Van Dijk pleit voor meer studenten in de stad want dat is goed voor de Groningse economie, vind Eikenaar dat studenten baantjes voor bijstandsgerechtigden inpikken, waarbij hij frases gebruikt als; ‘De stad heeft een grote studentenpopulatie waarmee automatisch een groter aantal bijstandsgerechtigden gepaard gaat’. Nogal vergezocht en een rare redenatie in mijn ogen.

Studenten leveren geld op, zo’n 36.000 euro per student en studenten geven ook (veel) geld uit in de stad. Daarnaast hebben zij niet alleen baantjes, zij zorgen ook dat er veel werk is. Al bijna 400 jaar bestaat er een universiteit die veel werknemers heeft (en niet alleen maar hoogleraren, docenten en onderzoekers, maar ook portiers, schoonmakers, kantinepersoneel, ambtenaren, enz.), maar ook onder meer een Hanze Hogeschool, een UMCG en het Martiniziekenhuis zijn grote werkgevers binnen de stad. Ook zorgt de aanwezigheid van studenten voor het feit dat er vele voorzieningen overal in de stad te vinden zijn, van kroegen en cafetaria’s tot buurtsupers en kappers.

Ik zou mijn kop in het zand steken als ik niet zou erkennen dat er ook studenten zijn die hun mooiste serenades in de nachtelijke uren met ons delen en dat huisvesting in Groningen voor jongeren onder de maat is. ‘Er is niets mis met studenten (…) maar met teveel studenten wel’, want dat zorgt voor overlast, aldus Eikenaar. Naar mijn mening een nogal een gegeneraliseerde opmerking. Sinds de dag dat wij in de raad zitten (1994) zijn wij de discussie aangegaan over het onderwerp jongerenhuisvesting en hebben wij gepleit voor de bouw van meer en betere jongerenhuisvesting. Wat heeft de raad gedaan: jarenlange discussies gevoerd over percentages. Percentages studentenbewoning in een straat, percentages voor de hoeveelheid (contact-)geluid, etc. En ondertussen verplaatsten de studenten zich van de ene naar de andere wijk zonder dat er extra huizen bijkwamen. Is het niet zo dat we als raad veel te laat concrete plannen zijn gaan maken? Ik ben het met Eikenaar eens dat wat we gaan bouwen niet voldoende is. Daar is de raad het ook eens mee, anders was onze motie over het vervolg van planvorming in de periode 2014-2018 ook niet door de raad aangenomen (nu moet het college nog actie gaan ondernemen en zie ook mijn vorige weblog). Maar moeten we de ‘overlast’ die ervaren wordt in de stad dan niet verwijten aan onszelf, als raad, in plaats het af schuiven op de groep ‘student’?

Laten we inderdaad onze kop niet in het zand steken en onze ogen niet sluiten voor de effecten wat jongeren betekenen voor een (jonge) stad, maar laten we erkennen wat de effecten zijn; zowel de positieve en negatieve effecten. Jongeren zijn economisch goed voor de stad en Groningen is geen Assen en behoeft dus een eigen en andere aanpak. Dus partijen in de raad open de ogen, analyseer de getallen en stel een stevige en realistische aanpak op in plaats alleen maar symboolpolitiek te voeren en bij te dragen aan het stigmatiseren van groepen. Want dan kan iedereen zich welkom voelen in onze mooie stad!

dinsdag 20 juli 2010

Ultimate frisbee feeling!

en dan is het al weer zomer en zitten we al weer halverwege de vakantie. Time goes fast when you'r having fun, zeggen we wel eens! En dat klopt zo enorm!
Net een weekje Praag achter de rug, geweldige tijd gehad. In Praag heb ik mijn team vocaal ondersteund tijdens de wereldclubkampioenschappen ultimate frisbee.. Zo ontzettend kicken om daar zo'n 4000 mensen die allemaal dezelfde passie hebben bijeen te zien, ook de dagen na het toernooi kwam je op verschillende plaatsen in de stad wel ultimate spelers tegen... Zelfs de dagen voor en na mijn tripje stonden in het teken van ultimate vrienden, eerst met leuke mensen die ken uit Canada en na mijn trip met mensen uit Amerika afgesproken; ultimate maakt de wereld maar klein ;-) Heb weer helemaal zin om zelf te gaan spelen en heb dan ook afgelopen donderdag met veel plezier weer een potje beach gespeeld, 5 dagen spierpijn als gevolg, maar het was de moeite waard! Nu op zoek naar mooie toernooien!

maandag 21 juni 2010

Huisje, boompje, beestje?

Groningen haalt landelijk nieuws met het onderwerp studentenhuisvesting. Op zaterdag 19 juni 2010 besteed de NOS een item aan dit onderwerp. In deze weblog een verbaasde reactie van raadslid van Student en Stad.

Zaterdagavond zat ik rustig op de bank toen ik op twitter een berichtje van de NOS zag over studentenhuisvesting in Groningen. Om 22.30 uur toch maar even het nieuws opgezet, want ik ben wel benieuwd wat er gebeurd is. Eerst wat nieuws over oranje en dan als tweede (!) item het huisvestingsgebeuren.

Ik ben verbaasd. Niet alleen over het feit dat dit het 2e item op het NOS-journaal is, maar ook omdat er niets nieuws wordt gemeld (gelukkig aan de ene kant, ik ben nog steeds helemaal up to date). De ‘problematiek’ waar over gesproken wordt is niet onbekend in Groningen. Een paar keer week staat er wel wat over studenten/jongerenhuisvesting in het Dagblad en ook wordt er vaak gesproken over dit onderwerp binnen de raad.

Op dat moment dacht ik, bijzonder dat het op een zaterdagavond zonder ‘speciale’ aanleiding op het landelijke nieuws komt. Ik had het me kunnen voorstellen wanneer de aanleiding was geweest een (van de vier) van de discussieavonden die over de plannen ‘Bouw Jong’ en de voorgenomen projecten voor jongerenhuisvesting, was ge-escaleerd (wat niet zo is, ze zijn namelijk bijzonder informatief geweest), maar zoiets dergelijks was niet de aanleiding.

Ik besloot zaterdag het erbij te laten (ondanks wat krabbeltjes en smsjes van vrienden hierover met de vraag: wat gebeurd daar in Groningen), omdat ik niets nieuws hoorde. Totdat ik vandaag de Groninger Internet Courant las en gebeld werd door NRC next. Ik denk dat er wel wat rechtgezet moet worden naar aanleiding van het bericht van de NOS.

Jongerenhuisvesting is namelijk niet nieuw, maar een langlopend dossier in Groningen. Groningen neemt ten opzichte van andere steden een bijzondere positie omdat studenten hier niet op een campus ergens buiten de stad worden neergezet, maar juist met de andere inwoners – de stadjers – samen in deze stad wonen. En dat maakt Groningen bijzonder.

Het is een feit dat de laatste jaren er veel meer jongeren naar de stad zijn gekomen in vergelijking met bijvoorbeeld 20 tot 30 jaar geleden en dat er niet voldoende (kwalitatief goede) woningen zijn bijgebouwd en de 15%-norm zijn ook ongunstige gevolgen kan hebben en dat er nu meer studenten gaan wonen in de schil- en buitenwijken en dat de verhouding student&stadjer is verhard. En zo zijn er nog vele feiten die genoemd kunnen worden, maar het is allemaal niet nieuw.

Er zijn twee voorwaarden die ervoor kunnen zorgen dat de ‘problematiek’ wordt opgelost: er moeten voldoende kwalitatief goede woningen komen en de verhouding tussen studenten&stadjers moeten worden verbeterd.

We gaan de komende jaren bouwen, en veel. In totaal moeten er 5600 eenheden voor jongeren komen (project ‘Bouw Jong’) en dat moet gebeuren in samenspraak met de stad. De eerste bijeenkomsten met Stadjers zijn geweest en nu zullen de plannen geconcretiseerd gaan worden. Maar dit is nog niet genoeg; voordat de eerste (permanente) huizen er staan, zijn we ook een paar jaar verder. Tot die tijd zal er de druk op de wijken hoog zijn. In januari hebben wij een motie ingediend (en is aangenomen) om te gaan inventariseren en projecten te ontwikkelen voor de periode 2014-2018, want dat is nodig omdat bovenstaand project niet voldoende huisvesting oplevert. Niet alleen jongerenhuisvesting is nodig, maar ook starterswoningen en gezinswoningen, zodat de doorstroom op gang kan komen en studentenkamers vrijkomen voor een nieuwe lichting studenten.

De tweede voorwaarde is de verhouding studenten&stadjers verbeteren. Omdat het bouwen van woningen niet over een nacht ijs gaat en de druk op de wijken dus hoog zal blijven, moeten we aan de slag met het verbeteren van de relaties binnen de stad. Niet elke student is een hard drinkende, zwaar brallende, chaosveroorzakende, nooit slapende en a-sociale persoon (gelukkig niet, maar er zijn natuurlijk rotte appels); maar dit is wel het beeld dat leeft in de media. En niet elke stadjer is een snel op zijn tenen getrapte, kan niets hebbende en snel geïrriteerde persoon (ook gelukkig niet, al zijn deze er ook); maar vaak gewoon benaderbaar. En dat geldt voor studenten niet anders.

Het gesprek moet op gang gebracht worden, het lijkt in de media wel alsof deze twee groepen wereldvreemd van elkaar zijn geworden, terwijl voorheen deze twee in harmonie leefden. Dus aan studenten: drink eens een kopje koffie met je buren en stel je netjes voor. Aan de buren: durf aan te bellen en te vertellen dat je de buurvrouw/man bent. Een gesprek is een dialoog en veronderstelt dus tweerichtingsverkeer, beide partijen moeten elkaar durven aan te spreken en op elkaars verantwoordelijkheden durven te wijzen (dus afspraken maken over onderhoud, geluid, enz.). Na een eerste kennismaking is het ook makkelijker om elkaar aan te spreken. Ook de gemeente en RUG en Hanze hebben een rol in de bewustmaking van hun nieuwe studenten.

In het najaar staat jongerenhuisvesting weer op de agenda van de raad, dan gaan we praten over de 15%-norm (vergunningsverplichting voor huizen met meer dan 3 studenten) per straat, de 0-DB norm, de plannen voor de grootschalige nieuwbouw, de geluiden uit de wijk en alles wat er verder nog mee te maken heeft. Ik was en ben verbaasd over het item van de NOS, vraag me nog steeds af waarom het nu uit de lucht is komen vallen en het interessant is geworden om als landelijk nieuws tentoongespreid te worden, vooral zo net voor het nieuwe studiejaar. Wij zijn er in ieder geval nauwlettend mee bezig en houden de vinger aan de pols.

Maar laten we niet vergeten dat Groningen een stad is voor Stadjers én Studenten.

Rebecca

donderdag 20 mei 2010

Need to know or NEED to know

Eerder deze week in het nieuws en gister in de vergadering van Beheer en Verkeer heb ik me eerlijk gezegd verbaasd over de opstelling van de Stadspartij richting de wethouder Karen Dekker. 'Opstappen!', 'Ze houden ons informatie achter', en vele andere aantijgingen werden over de tafel de Oude Raadszaal ingeslingerd. Het 'leidend voorwerp' oftewel het onderwerp was de kostenoverschrijding van het project Damsterdiepgarage (over wat er precies speelde, zie ook de weblog van collega raadslid Mattias). De aantijgingen die gemaakt werden leken verdacht veel op de aantijgingen die de Stadspartij maakt in maart rondom de tram: 'we worden niet geïnformeerd'. De vraag die we ons als raadslid moeten stellen is vanaf welk moment wil je geïnformeerd worden?

Iedere partij heeft zo zijn of haar eigen ideeen wat het beste is voor de Stad en de mensen die in de stad wonen. Zodra een college gevormd is worden de verschillende ideeen bij een ambtenaar op tafel gelegd om te kijken of ze haalbaar en wenselijk zijn. Ook ideeen van de Raad kunnen op dezelfde tafel terecht komen. Er worden wat onderzoeken verricht, wat gesprekken gevoerd en een mening wordt door de ambtenaar (of door meerdere ambtenaren) gevormd. Dit gaat dan naar het college toe en zij bepaald of het voorstel overeenkomt met de wensen van het college en/of de raad. Vervolgens besluit zij dit voorstel voor te leggen ter beoordeling aan de raad. Vanaf dat moment spreken we van een collegestandpunt of een collegebesluit. Gaat de raad akkoord met het voorstel van het college dan spreken we van een geaccepteerd besluit en kan er begonnen worden met de uitvoering en houdt het college ons op de hoogte van de stand van zaken van alles wat met de uitvoering te maken heeft.

Om terug te komen op de vraag, vanaf welk stadium in de bovenstaande alinea zou ik als raadslid betrokken willen worden? Natuurlijk is het leuk om vanaf het begin aan op de hoogte te zijn van wat er speelt binnen de organisatie, wie doet wat en hoe wordt daar over gedacht. Maar als ik van alle projecten en besluiten etc. vanaf het begin af aan op de hoogte gehouden zou worden dan zouden er niet alleen te weinig uren in de dag zitten, maar ook met een collegezaal van het academiegebouw vol met mensen aan mijn zijde, zou ik niet genoeg tijd hebben om alle informatie tot me te nemen. Niet alleen vanwege het praktische aspect tijd, ook zou ik niet vanaf het begin moment geïnformeerd willen worden.

Voordat wij als raad besluiten over een voorstel is er in de meeste gevallen al een heel traject aan vooraf gegaan. Het moment dat wij als raad een besluit goedkeuren of een voorstel aannemen, is het moment dat ik op de hoogte gehouden wil worden. Maar ook dan hoef ik niet op de hoogte te worden gehouden van alle stappen die gezet worden. Hier komt voor mij de vraag 'need to know' om de hoek kijken. Welke informatie heb ik als raadslid nodig om mijn controlerende taak uit te oefenen en niet de vraag wat vind ik interessant om als raadslid te weten. Dus wanneer de begroting van een project wordt overschreden, of het project vertraging gaat oplopen, of als er andere complicaties zijn, dan wil ik dat horen van het college, zij is degene die het overzicht. heeft. Daarnaast word ik graag (met name bij langdurende en grote projecten) regelmatig voorzien van een update omtrent de stand van zaken van besluiten en projecten.

Raadsleden zijn vaak bang dat we niet voldoende geïnformeerd worden. Deze zorg komt voort uit het feit dat je als raadslid vaak een stap verder van de gemeentelijke organisatie afstaat als het college. Daarnaast word je als raadslid geacht om over elk onderwerp een mening te hebben in plaats van een aantal portefueilles, zoals dat het geval is bij de wethouders. Nu heeft ieder raadslid zijn eigen persoonlijke opvattingen of hij voldoende informatie krijgt of niet, daarvoor kan hij vragen stellen aan het college of bellen met de betrokken ambtenaren. Alleen hoef ik persoonlijk niet de politieke mening van een afzonderlijke ambtenaar te weten over een bepaald deel van een project, maar wil ik graag de mening van het college weten, want haar kan ik ter verantwoording roepen.

De titel van deze blog 'need to know or NEED to know', betekent dan ook niet meer dan de vraag naar informatie die ik als raadslid nodig heb om mijn drie taken uit te oefenen: volksvertegenwoordiging, kaderstelling en controleren en niet de vraag naar mijn interesse om te weten. Voor het antwoord op de vraag is vertrouwen nodig, vertrouwen dat het college ons tijdig en juist informeerd. In Groningen zijn we al een tijdje bezig om deze vertrouwensrelatie op te bouwen en te verzegelen (de zogenoemde 'cultuurverandering'), alleen moet vertrouwen wel van twee kanten komen. Dus mijn advies aan de Stadspartij is, blijf kritisch en scherp, maar ga niet schoppen voordat de bal voor uw voeten ligt.

Rebecca Krüders

donderdag 29 april 2010

Nieuw college geïnstalleerd

Sinds woensdag 28 april 2010 wordt de stad Groningen weer bestuurd door een volwaardig college. We zijn blij dat het na acht weken onderhandelen de partijen eruit zijn gekomen en dat we vandaag dit resultaat konden bespreken.
Het collegeprogramma is een stuk waar men het op hoofdlijnen moeilijk mee oneens kan zijn, een stukje politieke proza heb ik het genoemd.

Op de hoofdlijnen zijn we het niet oneens, maar juist erg positief en ondersteunen we de intenties van het nieuwe college van harte. Ook hebben wij uitgesproken dat het college een sterk mandaat nodig heeft om de komende vier jaren aan de slag te kunnen gaan. Misschien kwam daarom de keuze om blanco te stemmen voor sommigen als een donderslag bij heldere hemel. Het grote struikelblok voor ons waren de bezuinigingen.

De afgelopen weken stonden voor ons in het teken van wachten. Wachten op momenten dat de onderhandelaars zich of via twitter of via de krant een kijkje in de keuken gaven. De niet-beoogde-college partijen kregen niet wekelijks - wellicht soms dagelijks - een terugkoppeling van een dag onderhandelingen zoals een beoogd college partij dat wel deed met zijn achterban. Wij hoorden dat er inderdaad pijnpunten waren, hordes genomen moesten worden, of dat er kinken in de kabels waren; maar over welke onderwerpen dit ging, dat bleef en blijft voor ons een groot vraagteken.

En zo is het ook met de beoogde bezuinigingen. Het vorige college heeft een pakket klaargelegd met 70 miljoen aan mogelijke bezuinigingen. Het nieuwe college heeft gekozen om 46 miljoen van deze opties over te nemen en te gaan bezuinigen. In de financiële paragraaf van het collegeprogramma wordt deze 46 miljoen opgeknipt in verschillende stukjes. Wat voor ons onduidelijk blijft is welke keuzes maakt het college hierin nou wel en welke niet? De collegepartijen hebben onderling en met de achterban deze discussie gevoerd, maar nog niet met de raad. Enerzijds is het begrijpelijk dat we dit bij de begroting gaan doen, anderzijds wordt er op dit moment een blind vertrouwen gevraagd van ons dat wij in beginsel akkoord gaan met die bezuinigingen, zonder te weten voor welke bezuinigingen we kiezen.

Een makkelijk verweer is door te zeggen: raad, kijkt u naar de zaken waar we op willen gaan inzetten, zoek deze op in het pakket van bezuinigingen, schrap deze uit het pakket en wat u overhoudt daar gaan we op bezuinigingen. Maar zo makkelijk is dat niet, want sommige zaken zullen we efficiënter gaan uitvoeren of versoberen. Al met al wordt het ons niet duidelijk waar de klappen gaan vallen en waar juist niet.

Oud-wethouder Van Schie sprak tijdens haar afscheidsrede uit dat de raad haar kaderstellende taak goed oppakt en dat de raad wellicht soms wat teveel nadruk legt op haar controlerende taak. Voorwaarde voor het uitvoeren van beide taken is volgens ons dat je voldoende informatie hebt op basis waarvan je een helder debat kan voeren en goede besluiten kan nemen. Vandaar dat wij besloten blanco te stemmen, niet omdat we het niet eens met het nieuwe college en haar programma, integendeel zie hiervoor de tekst van de openbare onderhandelingen en het uitgesprokene tijdens de raad; maar omdat wij op basis van dit document niet de keuze kunnen maken of wij achter de komende bezuiningen kunnen gaan staan of niet. Wij gaan graag dit debat nog aan, want zoals eerder gezegd de intenties van het programma ondersteunen wij van harte.

Desalniettemin heeft het nieuwe college een stevig mandaat op zak, zij kan aan de slag om ervoor te zorgen dat Groningen een jonge dynamische kennisstad blijft! Of om met haar eigen woorden te spreken: 'Groningen, progressief met energie, stad voor iedereen'. Jannie, Karin, Ton, Frank en Elly, heelveel succes en plezier de komende vier jaar.

donderdag 25 maart 2010

Ouderwetse en nieuwe media, zegen vs vloek of vloek vs zegen?

Je hebt columnisten, twitteraars (of tweeps of geef het beestje een naam), bloggers, youtubers, actieve hyvers/facebookers/websitebeheerders, etc. Met uitzondering van de eerste wordt het ook wel de 'nieuwe media' (new media) genoemd.

Deze week ben ik met veel kids uit verschillende landen aan de slag geweest over hoe we deze nieuwe media kunnen gebruiken in de strijd tegen bijvoorbeeld racisme of hoe we de nieuwe media in kunnen zetten voor interculturele communicatie. Samen met die kids maken we een website waar ze hun blog (die ze allemaal aangemaakt hebben) op kunnen publiceren en hebben ze geleerd hoe ze korte, maar krachtige, filmpjes kunnen maken om een boodschap over te brengen. Op deze manier kunnen hun 'vrienden' kennis nemen van de strijd tegen bijvoorbeeld racisme. Erg leuk en nuttig om te doen, maar vooral bijzonder om te zien hoe belangrijk het voor die generatie is om te communiceren via het internet en hoe belangrijk goed communiceren via het internet in de toekomst gaat worden.

Ik heb dat altijd heel anders ervaren. Eigenlijk ben ik in hun ogen (en wellicht ook in de ogen van veel van mijn leeftijdsgenoten) 'ouderwets'. Ik vind, zoals ik in mijn vorige column al aangaf, het gesprek, de dialoog, veel belangrijker dan communiceren door middel van media. Misschien heb ik me daar dan in vergist en ben ik inderdaad ouderwets.

Het eerste voorbeeld wat ik gaf waren de columnisten. Columnisten communiceren vooral via korte opiniestukken in kranten. Kranten zijn in vergelijking met deze nieuwe media, starre logge papieren met 'oud' nieuws en daarnaast is er geen ruimte voor dialoog en reactie. Ook al zou ik zonder mijn politieke activiteiten niet zo actief geweest zijn op twitter/facebook/weblog etc., het is ook een manier om de dialoog aan te gaan.

Ik ben blij dat niet alleen die kids mij hierop wezen en mijn ogen openden, maar ook een berichtje in de ouderwetse media liet mij inzien dat de 'toekomst' nog zo gek niet is. Want als er via de nieuwe media berichten verspreid worden die niet helemaal waar zijn of als er berichten verspreid worden waarop je zou willen reageren, dan kan zo'n bericht direct worden aangepast of kan men een reactie achterlaten en dan kan de dialoog losgaan.

Dus mensen, tweet it away, blog er op los, krabbel wat je kan en laat op die manier je stem horen. Ga die dialoog aan!

Rebecca

maandag 22 maart 2010

De eerste 11 dagen als raadslid!

11 Dagen geleden ben ik op 11 maart 2010 geïnstalleerd als raadslid namens Student en Stad in de Groningse gemeenteraad. Samen met 38 anderen vorm ik hoogste orgaan van de gemeente Groningen. Door middel van mijn weblog wil ik jullie een kijkje geven in mijn dagelijkse werkzaamheden, maar ook de visie van Student en Stad op de verschillende actualiteiten en voorstellen vanuit het (nu nog te vormen) college.

De eerste week als ‘officieel/echt’ raadslid zit er op. In vergelijking met de afgelopen weken een rustige week; het campagnepand (a.k.a. mijn huis) opruimen, fractiekamer herinrichten, stukken van vier jaar doorspitten en nadenken over de komende vier jaar. De weken voor mijn installatie stonden compleet in het thema van campagne voeren gecombineerd met de dagelijkse gang van zaken voor de raad.

Op straat waren we veel in gesprek met mensen, wat mij betreft het leukste onderdeel van de campagne en juist ook de kern van campagne voeren. Op deze manier kom je in contact met mensen en kun je echt het gesprek aangaan en kunnen zij vertellen wat zij belangrijk vinden en waar we met de stad heen moeten, want voor de inwoners van Groningen doen we het. Omwille van consistent beleid is het helaas niet mogelijk om maandelijks of jaarlijks campagne te voeren, maar dit betekent niet dat we niet meer de straten op kunnen gaan en het gesprek met mensen aan kunnen gaan.

Zoals ik al zei stond deze week in het teken van opstarten en nadenken over de komende vier jaar. Een paar van de vragen die voorbij kwamen: Hoe kunnen wij als partij en ik als raadslid gewone mensen zoals jij en ik betrekken bij de politiek? Hoe blijf je in gesprek met mensen? Hoe gaan we ons verkiezingsprogramma omzetten in concrete plannen en voorstellen? Het liefste wil je natuurlijk dat iedere inwoner van deze stad zijn of haar mening geeft en kan geven over de verschillende onderwerpen die spelen, alleen is dat onmogelijk en zal ook niet iedereen dat willen doen.

Het bereiken van iedere Stadjers is dus niet makkelijk, als ik hier de oplossing voor zou kunnen bedenken, dan zou ik de rest van politiek Nederland (en de wellicht de wereld) een groot plezier doen. Die oplossing heb ik niet, wat we wel gaan doen is het volgende. We beginnen met praten met besturen van verbanden waar mensen in georganiseerd zijn. Rond de zomer zullen we weer gaan beginnen met kennismakingsgesprekken; met besturen van studieverenigingen, gezelligheidsverenigingen, sportverenigingen, overige studentenorganisaties, maar ook met de verschillende onderdelen van het gemeentelijke apparaat, wijkraden, schoolbesturen, culturele organisaties, ondernemers, zorginstellingen, etc. Door dit te doen willen het gesprek op gang brengen; wat speelt er, wat kan er beter en waar kunnen we elkaar helpen. Ook beginnen we met werkgroepen, dit zijn bijeenkomsten over verschillende onderwerpen waar collegebrieven over die onderwerpen worden besproken, maar waar ook visies en initiatiefvoorstellen kunnen worden ontwikkeld. Iedereen is welkom om deel te nemen aan deze werkgroepen. Natuurlijk is er ook de mogelijkheid om te bellen, mailen of gewoon eens een kop koffie of een biertje te drinken en te kletsen. Waar we nog mee bezig gaan is het hoe en wanneer we de straat op gaan om het gesprek aan te gaan. Het project zou: ‘Student en Stad komt naar je toe’ kunnen heten, we zijn er mee bezig.

Afsluitend werp ik nog een kleine blik vooruit naar komende week. Het volgen van de onderhandelingen voor het nieuwe college staat natuurlijk hoog op mijn lijstje, de lange termijn agenda voor Student en Stad vormen en het afronden van de evaluatie van de campagne volgen daarna. Maar eerst ben ik deze week in Denemarken. Hier ben ik in het kader van een project over het betrekken van jongeren bij Europa; new media, discriminatie, participatie, democratie, etc. Er is hier snel internet en dat maakt de wereld een stuk kleiner, dus zo ver weg ben ik niet en ik volg het nieuws via het internet.

Rebecca

dinsdag 9 februari 2010

Studentenbetrokkenheid

Gister vond het eerste studentendebat plaats. Het debat was georganiseerd door de SOG en g.d.s. Kalliope. De partijen VVD, CDA, Groenlinks, D66, PvdA en Student&Stad hadden studenten aangeleverd voor het debat.

Opkomst was erg goed. Vooral als je beseft dat een paar panden verder personen als
Ronald Plasterk, Wouter Bos, Sharon Dijksma en Mariette Hamer voor een campagnebijeenkomst aanwezig waren in de stad. De bovenzaal van Huis de Beurs was, op enkele stoel na, gevuld met studenten. Ik was aangenaam verrast, dat was waar ik op gehoopt had. Gemeenteraadspolitiek leeft onder studenten, maar we zijn er nog niet. Succes voor de partijen die ooit gezegd hebben dat studenten niet om de stad geven, als gisteravond een voorbode was voor 3 maart dan komt het met de opkomst van studenten wel goed. Dat betekent niet dat we nu kunnen achterover leunen. En dat doen we ook niet. De komende weken zullen we er zijn! Ik heb er zin in!

maandag 8 februari 2010

Ik heb er zin in!

Het is half 2 ’s nachts. Ik struikel over geel papier, behanglijm en andere plakspullen, want mijn huis is onze campagnebasis voor de komende weken. Nog eventjes en we gaan los.

Het aftellen is begonnen. Nog een nacht slapen en mijn eerste debat, tevens mijn eerste studentendebat is daar. Eindelijk het moment om te kijken of iedereen zijn verkiezingsprogramma’s goed kent, genoeg mee heeft de gekregen van de politieke beslissingen en lijnen de afgelopen tijd en of iedereen er klaar voor is. Ik ben er in ieder geval klaar voor. De laatste weken is mij het vuur al aan de schenen gelegd door verschillende journalisten, maar nog niet door jullie, de kiezers. Daar gaat het om. Wat vind jij van onze standpunten? Laat het me weten, ik ga graag met je in gesprek.

Mijn eerste weblog is ook een feit. Na morgen is mijn eerste debat ook een feit. Mijn eerste gemeenteraadsverkiezingen zijn begonnen. Drie eerste keren, geen moment spijt! Soms voorziet een andere taal beter in het omschrijven van een gevoel dan je moedertaal: Bring it on! Ik heb er zin in.