Zoeken in deze blog

maandag 29 november 2010

De Randstad, that is where the magic happens.. Of toch niet?

De Randstad, that is where the magic happens.. Of toch niet?

Vandaag en dit weekend werd het mij nog meer duidelijk dat wij als gemeente soms teveel naar onszelf kijken en ons te weinig laten horen in de landelijke politiek. Nu kan je zeggen, wij zijn gekozen om voor Groningen te 'zorgen' en daar houden we ons mee bezig, maar als je echt voor Groningen wilt zorgen moeten we onze pijlen meer en meer op Den Haag gaan richten, want 'that is where the magic happens'. Of niet?

Mijn eerste reactie zou zijn, 'nee, natuurlijk niet!'. Want er gaat: 'Niets boven Groningen' en 'Groningen, a city that never sleeps'. Ook als je kijkt naar de talenten die Groningen rijk is, en dan heb ik het niet alleen over kennis, en als je weet dat de gemiddelde leeftijd in Groningen 36,4 jaar is, dan moet je wel concluderen dat Groningen speciaal is. Maar dat weet iedereen toch ook? Nee, dat denk ik niet. Ik denk dat zelfs niet alle 190.000 Stadjers beseffen in wat voor mooie geweldige, mooie en bijzondere stad men woont. Als zij het al niet beseffen, hoe moet de politiek in Den Haag dit dan weten?

Kijk, dat alle Stadjers - we blijven nuchtere Groningers - het misschien niet van de daken afschreeuwen (okee met uitzondering van de schreeuw om cultuur), zouden wij als stadsbestuur dit wel moeten doen. De raad en het college zouden zich meer moeten manifesteren in politiek Den Haag. Ik denk dat de tijd rijk is voor een wethouder landelijke lobby of een wethouder met deze portefeuille te belasten. Wellicht dat zelfs Rehwinkel het aan zijn portefeuille kan toevoegen, te vernemen aan zijn tweets is hij toch al vaak aan die kant van het land te vinden.

De reden dat ik van mening ben dat we te weinig aan een Haagse lobby doen is tweeledig: tijdens een conferentie voor de 100 jongste raadsleden uit den lande (georganiseerd door de raden van leefomgeving en infrastructuur; adviserende raden voor het ministerie van VROM) en tijdens de begrotingsbehandeling vorige week (en dan met name onzekerheid over de bezuinigingen die onze kant opkomen) blijkt dat Groningen vaak over een kam gescheerd wordt als steden vanuit de Randstad en dat een regio toegespitste aanpak van het rijk ver te zoeken is. Waar een kilometerheffing voor de Randstad heel goed kan werken als ontmoedigingsmiddel, is het voor een stad als Groningen desastreus en vooral voor mensen die hier wonen en elders in den lande werken en omdat het Noorden geen snelle treinverbinding heeft met het westen is er geen goed alternatief voor de auto. Op het gebied van wonen is het zo dat hier in Groningen er een goed contact en er een goede samenwerking is tussen de verschillende corporaties en de gemeente en dat deze samenwerking inderdaad in andere steden niet zo goed is, evident is dat wij als Groningen onze doelstellingen van goede wijken & woningen moeten gaan bijstellen wanneer budgetten dit het gebied gaan verdwijnen (ik denk dan aan de ISV- (investeringsbudget stedelijke vernieuwing) en GSB- (groot stedenbeleid) gelden). En wat te denken aan het Noord Nederlands Orkest; keer op keer volle zalen, bedient de hele noordelijk regio en heeft zich al samengevoegd als bezuinigingsmaatregel. Ik snap dat je zegt daar in het westen, daar zijn ik weet niet hoeveel van die orkesten, laten we gaan bezuinigen en de hoeveelheid orkesten verminderen, maar zo makkelijk ons NNO over een kam scheren lijkt mij ongepast. Wat te denken van de plannen van het kabinet ten aanzien van het onderwijs. Wat doen dergelijke maatregelen met ons land als 'kennisland' en wat doet het met de ambitie van onze stad, namelijk het zijn van een 'city of talent'. Zou het kabinet juist deze ambitie niet moeten overnemen en het moeten omvormen tot een 'nation of talent’?

Zo zijn er nog vele vele voorbeelden te bedenken waarbij het kabinet vergeet te kijken naar de verschillen in de regio en de effecten van landelijke maatregelen. Het is tijd voor differentiatie in het landelijke beleid. Groningen is geen Randstad en Groningen is ook geen rand-stad, wij zijn anders en zo willen wij ook behandeld worden. Zolang het kabinet niet buiten zijn eigen grenzen durft te kijken en ook de beleidsmakers en adviseurs allemaal vanuit het westen komen, moeten wij meer van ons laten horen. Het beste zou zijn een gezamenlijke roep vanuit de drie noordelijke provincies, maar totdat we dat goed kunnen (en over onze verschillen heen kunnen stappen) is het tijd om te gaan lobbyen. Vanuit Den Haag naar Groningen is het net zover als van Groningen naar Den Haag. Haagse politici, ik sta klaar op het station om u de hand te schudden en u rond te leiden door de mooiste stad van het Noorden. College staat u naast mij om hen te verwelkomen? Tot de tijd daar is dat de landelijk politici naar ons toekomen, moeten wij naar hen toegaan met de boodschap: 'Wij willen u graag laten weten dat er niets boven Groningen gaat en dat u niet om ons heen kunt’.

maandag 1 november 2010

Vergunningenbeleid evenementen: ‘Feesten in Onbalans?’

Groningen wil bekend staan als evenementenstad, maar of dat lukt met het nieuwe voorgestelde evenementenbeleid? Is de balans die voorgesteld wordt door het college wel aanwezig in dit beleid? Of slaat de balans naar de verkeerde kant door? Vervroeging eindtijden, verlenging aanvraagprocedures, verlaging hoeveelheid evenementen, etc. Het nieuwe beleid moet ervoor zorgen dat er een balans komt tussen de evenementen en het woongenot van (binnenstad-) bewoners. Gebeurd dit door dit beleid of zou het ook op een andere manier kunnen? Student en Stad denkt het laatste. In deze weblog een vooruitblik op de behandeling van het evenementenbeleid in de commissie beheer en verkeer van 10 november 2010.

Voor mensen die niet het hele stuk willen doorspitten heb ik in het kort opgesomd wat een aantal voor- en nadelen zijn van het nieuwe beleid, de meeste van deze punten worden verder uitgewerkt in het stuk.

Nadeel:
- Lange vergunningsaanvraagperiode grote evenementen
- Eindtijden doordeweeks wel erg vroeg
- Beperking aantal geluidsdagen in de hele stad
- Er zoude meer groter jaarlijkse terugkerende evenementen een uitzonderingspositie moeten krijgen; Koninginnenacht, Kei-week, Noorderzon, etc.
- Beperkte hardheidsclausule, dus weinig afwijkingsmogelijkheid burgemeester
- Statiegeld plastic

Voordeel:
- Verbetering communicatie: Jaarkalender, bekendheid evenement en klachtenprocedure
- Tegengaan freeriden
- Geluidsnormen overdag
- Geen besloten feesten in openbare ruimten

Belang van evenementen
De laatste jaren wordt het hart van onze stad meer en meer ‘belast’ doordat er meer evenementen zijn gaan plaatsvinden. Is dit erg? Nee, juist niet. Evenementen zijn goed voor je stad, het brengt mensen naar je stad, levert economische omzet en zorgt voor levendigheid. We moeten vooral niet vergeten dat de komende jaren evenementen (op allerlei bedenkbare manieren en vormen) enorm belangrijk gaan worden wanneer ons stadshart openligt. Natuurlijk heeft elk voordeel zijn nadeel en dat is dat het door de evenementen ook drukker is geworden in de binnenstad. Aanpassing van het beleid werden noodzakelijk geacht.

‘Druk’ of ‘druk’
De noodzaak van deze aanpassingen worden deels gebaseerd op de thermometer binnenstad en het feit dat er meer mensen negatief zouden staan tegenover evenementen. De aannames die gedaan zijn, zeggen dat dit komt doordat de hoeveelheid evenementen groeit en de evenementen lang(er) duren. De hoeveelheid klachten die gedaan zijn, vallen in het niet in vergelijking met de hoeveelheid mensen die een evenement bezoeken en een evenement als geslaagd ervaren (en dit lees je nooit ergens terug). Natuurlijk zou het beste zijn wanneer er niemand last zou hebben van een evenement, maar dit streven is onhaalbaar. Het meest opmerkelijke is dat de meeste klachten komen door incidentele dance-events en meestal ook doordat men er door verrast werd. Zouden we dan hier juist mee aan de slag moeten? Zoals het gezegde zegt, bekend maakt bemind, moeten we zorgen dat het voor mensen duidelijk is wanneer welk evenement waar is. Dus: een goed promotiebeleid en bekendheid van de evenementen. Dus niet zoals nu een pdf-je ergens op een pagina, maar gebruik van je citymarketing pagina, etc. Daarnaast: zal het opzetten van een jaarkalender om zo te sturen in de planning van evenementen (en dus spreiding ervan) ook bijdragen aan wat meer rust.

Vergunningsaanvraag
In de inleiding van het beleid staat dat het doel van dit nieuwe beleid is dat het proces verduidelijkt en vergemakkelijkt wordt. Bij de uitwerking van dit beleid is men dit streven uit het oog verloren. Alle veiligheidseisen omtrent een evenement, daar mag niet op versoepelt worden en dat gebeurd gelukkig ook niet, maar de stelling dat 14 weken van te voren je aanvraag indienen moet bijdragen aan het verbeteren van de veiligheid, dat slaat natuurlijk als een koe op een varken. Hoe verder men verwijderd is van een evenement, des te meer nog onzeker is; des te meer er later nog veranderingen moet worden aangebracht; dus te meer werk voor aanvrager en controleur er zal zijn. Dus: vasthouden aan oorspronkelijke termijn van 12 weken voor grote evenementen.

Frequentie, eindtijden en uitzonderingen
De hoeveelheid te houden grotere evenementen wordt verminderd. Dit is raar, niet alleen omdat het belang van evenementen voor je stad evident is, maar ook omdat het streven van het college is om evenementen in te zetten voor tijdens de bouwwerkzaamheden in de stad. Dus geen vermindering van de hoeveelheid evenementen, maar behoudt of zelfs uitbreiding.

Ook de aanpassing van de geluidsnormen buiten de diepenring heeft een keerzijde, bepaalde evenementen zullen niet meer kunnen plaatsvinden zoals dance-events. Nu produceren dance-events veel beats en kan men dit als vervelend ervaren, maar ook hier zou het college kunnen sturen in de planning, spreiding over de stad, enz. Als het college in beginselen deze events niet meer geschikt acht voor Groningen, dan moet zij dit durven uit spreken, in plaats van het te verpakken in allerlei regeltjes.

Groningen is een gezellige stad waar de uitspraak ‘gezelligheid kent geen tijd’ nog terug te vinden is in het feit dat wij geen sluitingstijden voor de horeca hanteren. Dat onderscheidt ons van andere steden en maakt ons bijzonder. En dat doen de evenementen die wij hebben ook. De eindtijden die we nu hanteren leveren geen substantiële problemen op, er gaat de komende jaren geëxperimenteerd worden met geluidsnormen, waarom moet men dan ook gaan tornen aan de eindtijden. Dus: laten we eerst eens kijken hoe dergelijke regels en aanpassingen uitpakken voordat we ook direct gaan morren aan de eindtijden.

De uitzonderingen. Er zijn 10 collectieve festiviteitdagen beschikbaar per jaar waarop een uitzondering van de eindtijden gemaakt kan worden. Wat de criteria zijn voor deze dagen is niet duidelijk. Voor een aantal evenementenorganisaties betekent dit jaarlijkse spanning of hun evenement in aanmerking kan komen voor een uitzonderingspositie. Daarnaast wordt er een algemene uitzondering gemaakt voor de eindtijden door de week voor Noorderzon. Dit is voor Noorderzon prachtig nieuws natuurlijk, maar in het kader van gelijkheid niet echt netjes. Want waarom wordt een evenement dat jaarlijks terugkeert – de KEI-week - en een welkom is voor vele nieuwe Stadjer, niet erkend als een uitzondering.

De burgemeester krijgt in een aantal gevallen de mogelijkheid om uitzonderingen te verlenen (hardheidsclausule); ook deze mogelijkheid wordt door het nieuwe beleid veel meer beperkt dan voorheen. Als we deze nota zouden moeten toepassen op voorgaande jaren, dan zou het betekenen dat evenementen als het Glazen Huis, lustra’s van Vindicat en Dizkartes (deze werden gehouden in de oude hal van Frans Maas, maar hier waren in principe niet genoeg geluidsdagen beschikbaar) in beginsel geen vergunning zouden krijgen. Dus: Gelijke uitzonderingsposities voor evenementen als: Noorderzon, Keiweek, Koninginnenacht. En daarnaast: ruimere bevoegdheid burgemeester om binnen de jaarkalender uitzonderingen te maken

Duurzaamheid
Een duurzaamheidparagraaf in de vergunningsaanvraag is een goede zaak, vooral omdat Groningen duurzaamheid hoog in het vaandel heeft. Op dat punt zijn wij het dan ook niet oneens met het college. Waar wij het wel mee oneens zijn is het idee van statiegeld op plastic bekers. Hier zijn de ideeën van het college vervreemd van de werkelijkheid, de mogelijkheden die geschetst worden, werken op papier prima, maar degenen die wel eens een evenement bezoeken zullen zien dat het niet werkt. Student en Stad zou liever zien dat er voorwaarden worden gesteld aan het soort plastic (tenminste gerecycled) of aan de opruiming en verwerking van de plastic bekers achteraf.

Pluspunten
Het is niet allemaal verkeerd wat er in het nieuwe beleid beschreven staat. Onder andere het instellen van een jaarkalender – iets waar wij in ons initiatiefvoorstel voor gepleit hebben – is een groot voordeel waarmee goed gestuurd kan worden. Een goede balans tussen (grootschalige) jaarlijks terugkerende evenementen en (kleinere) incidentele evenementen, moeten voor een goede spreiding en een goed overzicht zorgen. Ook wordt een ander zorgpunt, namelijk het freeriden tegengegaan met dit beleid.

Concluderend
De balans slaat naar de verkeerde kant door. Het evenwicht tussen evenementen en de belasting van bewoners is zoekgeraakt. Natuurlijk is het jammer dat mensen door evenementen overlast ervaren, maar dit staat niet in verhouding met de maatregelen die worden voorgesteld ten opzichte van de ervaring van een evenement. Er zijn nog andere mogelijkheden om klachten te voorkomen; bekendmaking en promotie, maar ook experimenten met geluidsvolumes etc. Ook van verduidelijken en vergemakkelijken met name voor de aanvragen is niet echt sprake, door de veelheid en diversiteit aan regels, wordt het beleid er niet beter op. We moeten ons echt de vraag durven te stellen wat nu de ambitie van Groningen is? We zijn een echte evenementenstad, zoals Rehwinkel ooit gezegd heeft, maar als we dat ook willen blijven, dan moeten we wat minder gaan betuttelen en zoeken naar andere oplossingen, die soms inderdaad wel wat meer energie en moeite kosten.